Spijsvertering

Het spijsverteringsstelsel van de kip

Het digestieapparaat van de kip bestaat uit zeven onderdelen die samenwerken om het voedsel te kunnen verteren. Het voedsel passeert deze onderdelen in de hieronder genoemde volgorde:
> De snavel
>De slokdarm
>De krop
>De kliermaag
>De spiermaag
>De darmen [dunne darm, dikke darm en twee blinde darmen]
>De cloaca
Hieronder is duidelijk te zien waar de verschillende onderdelen zich precies bevinden binnen het lichaam.

De Snavel
Het voedsel wordt opgenomen via de snavel, een puntvormige bek die bestaat uit een boven- en ondersnavel die zijn opgebouwd uit hoornstof.

Door de snavel lopen talloze zenuwen en bloedvaatjes, een kip beschikt niet zoals een hond of kat over tanden.

In de snavel wordt het voedsel dan ook niet kleiner gemaakt of fijngemalen.

Het wordt in één keer doorgeslikt.

Wel kan de kip het voedsel voorbehandelen voordat het in de snavel wordt opgenomen.

Het dier kan bijvoorbeeld schadelijke delen van het voedsel onschadelijk maken door er hard op te pikken.

Schadelijke delen kunnen zijn:

>Scherpe randjes
>Het huisje van een slak
Ook gebruikt de kip zijn snavel om grote brokken voedsel kleiner te maken.

Als het voedsel klaar is om opgenomen te worden, wordt het opgepikt en doorgeslikt.

In de snavel wordt verder geen speeksel aan het voedsel toegevoegd zoals dit bijvoorbeeld bij de mens gebeurt omdat de kip geen speekselklieren in dit gebied heeft zitten.

Het bevochtigen gebeurd pas later in het spijsverteringsproces.

De Slokdarm
De slokdarm dient om het voedsel verder het lichaam in te brengen, het is een gespierde buis, die loopt van de keelholte naar de krop.

De slokdarm bestaat (buiten naar binnen) uit spieren, een laagje bindweefsel en slijmvlies.

In het bindweefsel bevinden zich kliertjes die slijm produceren, dit slijm dient als glijmiddel.
Het slijm zorgt er samen met de peristaltische bewegingen voor dat het voedsel naar de krop wordt vervoerd.

Als de slokdarm een peristaltische beweging maakt dan spannen de spieren zich vlak boven het voedsel, hierdoor vernauwt de slokdarm zich op die plaats. Tegelijkertijd trekken andere spieren zich samen waardoor de slokdarm vlak onder het voedsel iets wijder wordt.

Door deze samentrekkingen ontstaat een golvende beweging, waardoor het voedsel vooruit wordt geschoven in de richting van de krop.
Het vervoer naar de krop is dus niet een kwestie van naar beneden vallen onder invloed van de zwaartekracht.

Het voedsel wordt echt naar de krop toe gebracht door middel van spierkracht en is een actief proces.

 

De Krop
De kip is erop ingesteld om in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk voedsel binnen te krijgen, dit is zo gegroeid in eeuwen van evolutie omdat de kip al sinds mensenheugenis een prooidier is en daarom dus ook een vluchtdier.

Als je altijd op de vlucht bent dan heb je geen tijd om even rustig te eten.

Om toch voldoende voedsel binnen te krijgen is het van belang dat het voedsel zo snel mogelijk kan worden opgenomen.

Het voedsel wordt daarom dus ook meestal zonder er eerst wat mee te doen, doorgeslikt.

Als je veel voedsel wilt opslaan heb je hiervoor natuurlijk ook de ruimte nodig, hier komt de krop in beeld.

Deze doet dienst als extra opslagorgaan naast de maag.

Als de maag vol is komt het voedsel in de krop terecht.
Hier wacht het op zijn beurt om de kliermaag te mogen betreden en ondertussen wordt het voedsel ook bevochtigt en gaan enkele verteringssappen aan het werk. De krop biedt de kip de mogelijkheid om al het benodigde voedsel snel op te nemen en dit later als de kust veilig is, verder te verteren.

De Kliermaag
De kliermaag is één van de twee magen waarover een kip beschikt.

.In deze maag, ook wel de proventriculus genoemd, vindt de chemische vertering plaats.

Dit gebeurt door middel van HCI (zoutzuur). De pH waarde van de kliermaag ligt tussen de 3 en 4.

Voor zover mogelijk wordt het voedsel hier verteerd waarna het voedsel wordt doorgestuurd naar de spiermaag.

 

De Spiermaag
De tweede maag van de kip is de spiermaag.

Het voedsel komt hier terecht nadat het voor zover mogelijk chemisch is afgebroken in de kliermaag.

Alles wat niet chemisch af te breken is, wordt in de spiermaag op een mechanische wijze afgebroken.

Verder deelt hij ook een functie met de krop, de opslagcapaciteit is namelijk vrij groot.
Voorbeelden van voedsel wat hier terecht komt zijn: zaden, andere harde plantendelen en verschillende dierlijke elementen.

Dit voedsel wordt in de spiermaag als in een keukenmachine, vermalen door stevige spieren en de steentjes die een kip speciaal voor dit doel inslikt.
De spiermaag beschikt verder over harde, leerachtige richels, soms zelfs hoornige platen.

Daaromheen trekken zich voortdurend, ook weer hard aanvoelende spieren samen.

En de steentjes maken het geheel af, simpel maar effectief. Gevuld met deze keitjes of het fijnere grit doet de spiermaag vrijwel doorlopend zijn werk.

Ook bij een kip in schijnbare rust wordt er “gekauwd”, je zou de steentjes kunnen zien als de tanden van de kip.

De maalsteentjes die onmisbaar zijn voor het spijsverteringsproces worden door de kip kritisch uitgezocht en ingeslikt.

Als het maalwerk eenmaal op gang is, wordt er gelijkmatig brandstof voor het lichaam vrijgegeven.

 

De Darmen
De twaalfvingerige darm – De twaalfvingerige darm is de portier van het darmstelsel, hij bevindt zich tussen de maag en de dunne darm.

In deze darm wordt het voedsel uitgebreid bekeken, bevoeld en gekeurd.

Het is een heel specialistisch stuk van de dunne darm. Alles wat binnenkomt wordt nauwkeurig geanalyseerd.

Pas als alle lichten op groen staan, als het voedsel o.k. is om verder verteerd te worden, dan opent de maagportier zich om nieuwe aanvoer uit de maag mogelijk te maken.
De dunne darm - Nadat het voedsel voor het grootste gedeelte is afgebroken in de beide magen komt het terecht in de dunne darm, ook wel het duodenum genoemd. Hier monden ook de galblaas en de alvleesklier in uit.

De dunne darm

verteerd het voedsel, verder geeft hij ook voedingsstoffen door aan het bloed. De opname van koolhydraten, vetten en eiwitten is een taak van de dunne darm en ook is hij verantwoordelijk voor het transport van afvalstoffen naar de dikke darm.


De blinde darmen

Op de plaats waar de dunne darm overgaat in de dikke darm hebben kippen in plaats van één zoals bijvoorbeeld de kat heeft, maar liefst twee blinde darmen.

Deze worden in het Latijn de colic caeca genoemd. De blinde darmen absorberen water en nitrogene stoffen uit het spijsverteringsstelsel.

Dit water wordt door de darmen dus weer ter beschikking gesteld aan het lichaam en daarom spelen de darmen een belangrijke rol in het behoud van vloeistof.

Het oppervlak waarover de vloeistof kan worden opgenomen wordt zelfs weer vergroot door de darmvlokken zodat de darmen optimaal hun werk kunnen doen.


De dikke darm

De dikke darm is het laatste deel van het spijsverteringskanaal. Evenals in de blinde darm wordt in de dikke darm vocht weer geresorbeerd, ook worden er vitaminen uit het voedsel gehaald. In de dikke darm dikt de inhoud behoorlijk in en wordt het klaargemaakt om het lichaam te verlaten.
De endeldarm

Het laatste gedeelte van de dikke darm heet de endeldarm, hier wordt de ontlasting opgeslagen tot er voldoende ontlasting is aangekomen en deze het lichaam kan verlaten.


De cloaca

De cloaca is multifunctioneel, de ontlasting verlaat het lichaam via de cloaca maar het ei doet dit ook en tevens speelt de cloaca een belangrijke rol bij de bevruchting, de eileider/zaadleider komt hier namelijk op uit.
Maar binnen het spijsverteringsstelsel is alleen belangrijk dat bij de cloaca de ontlasting wordt vermengd met het urinezuur uit de nieren, aangezien een kip daar geen aparte uitgang voor heeft.
Het urinezuur wordt vanuit de urineleiders aangevoerd die net zoals de eileider/zaadleider direct in de cloaca uitmonden.